Geacht volk,
Wegens groot succes geprolongeerd! De reacties uit holland op onze (lange) brief waren motiverend genoeg om nog eens een poging te wagen. Uit die reactie bleek dat jullie geen van allen op die droge “hoe gaat het met jullie, met ons gaat het goed” brieven uit amerika zaten te wachten. Dus gaan we op onze manier verder met verslaggeving van de wondere wereld in Colorado, USA.
En wonderlijk was het wel, vooral het weer. Vorige week hadden we neigingen om een zwembad in de achtertuin uit te graven, zo warm was het. En vanochtend hadden we extra tijd nodig om op het werk te komen vanwege de lading sneeuw die hier gedumpt was. Maar goed, volgens iedereen hier zullen we daar wel aan wennen. We hoeven in ieder geval niet van Nederland te vervreemden. Recentelijk kregen we namelijk een uitnodiging om naar het “Oranjefeest” te komen, ter ere van koninginnedag. We moeten dan misschien de vrijmarkt missen maar kunnen wel een beetje van de sfeer proeven. Later daarover meer, op het moment dat ik dit namelijk intoets is dit nog geen feit en kan er nog weinig over vertellen.
Hieruit blijkt wel weer dat het samenstellen van zo’n brief meerdere dagen vergt, maar dat vermoedden jullie waarschijnlijk al. Om niet alles te vergeten wat ik in de richting Nederland wil ventileren schrijf ik dagelijks in mijn (elektronische) agenda wat er zoal die dag is voorgevallen. Nadat de censuur eroverheen is geweest neem ik het belangrijkste over in de periodieke brieven. Let op “periodieke”; ik wil mezelf niet vastleggen door maandelijks of wekelijks te schrijven.
Goed terug naar de agenda, hierin staan wat keren het een en ander over mijn gezondheid vermeld. Ik heb namelijk de gezondheidszorg van de USA van nabij mogen meemaken. Enige tijd terug, op 29 maart om precies te zijn, kreeg ik ineens een abces onder mijn oksel. Bleek een verstopt zweetkliertje te zijn die was gaan ontsteken. Op dat moment was ik (technisch) nog niet verzekerd tegen doktors kosten, dus heb ik mijn bezoek aan de doktor maar uitgesteld tot 1 april, op die dag ging de verzekering in. Nou was mijn ervaring met artsen in Nederland niet erg positief. Ik vind dat ze kleinerend optreden en zelden uitleg geven over hetgeen ze doen of van plan zijn om te doen.
Misschien heb ik Nederland de verkeerde artsen getroffen, maar wat ik hier meemaakte vond ik wel verfrissend. Men constateerde hetzelfde wat ik reeds zelf had gezien, een dikke rode puist. Vervolgens vroeg de doktor aan mij wat ik ervan vond. Ik stotterde iets over het gebrek aan medische kennis dat ik had en opperde dat het misschien wel ontstoken was. Nou dat had ik heel goed gezien, zei ze (het was een vrouw). Vervolgens vroeg ze verlegen of ze erin mocht knijpen. Ik herinnerde de pijn toen ik dit zelf probeerde en stelde voor dat ze een andere oplossing zocht. We verdoven het! Zo gezegd zo gedaan. De pijn van de verdoving injectie was waarschijnlijk tien keer zo erg als al het knijpen wat ze had kunnen doen, maar goed.
De boel werd schoongemaakt en van verband, watten en tampons voorzien, morgen terugkomen. Morgen? Morgen is het zaterdag doktor, werkt U dan ook? Zeg maar jij, en jawel ik werk op zaterdag en soms ook op zondag. Straks gaat ze me nog vertellen dat ze ook nog op huisbezoek gaat. Kortom een gezellig bezoek waar we elkaar aan het eind gewoon bij de voornaam noemen en het rollen patroon van doktor en patient helemaal vergeten. Zoiets maakte Gepke ook mee toen ze naar de tandarts ging. Die man was zo lekker bezig haar tandvlees te masseren, dat ze het lekker vond! Het leek wel een bezoek aan de schoonheidsspecialist.
Een andere opmerking in mijn agenda is een die handelt over geld. Een favoriet onderwerp hier. Zoals de meesten van jullie misschien al weten werk ik sinds een half jaar bij een telecommunicatie bedrijf als systeem analist. Ik doe dat op contract basis en stuur dus op z’n tijd een rekening naar ze toe. Ik deed dit ook in Nederland en ben gewend dat betaling nog weleens op zich laat wachten (30 dagen is geen uitzondering). De regeling hier is dat je na 2 weken wordt betaald, dus toen ik mijn check na de gestelde termijn niet had ontvangen, ben ik voorzichtig gaan peilen bij de afdeling financiën.
Nou ja zeg de hele tent in rep en roer! Hoe was het mogelijk! Waarom was ik niet eerder naar ze toe gekomen, en zat ik nu erg in financiële nood? Nu zijn Gepke en ik geen van beide mensen die van check naar check leven en wel andere oplossingen zoeken voor dit soort zaken. Zoals sparen zodat je dit soort tegenslagen kunt opvangen. Dat is hier dus duidelijk wel anders. Als je salaris op is (meestal halverwege de maand) dan leen je toch gewoon bij de bank wat meer? Dat je jezelf daarmee op de lange termijn aardig in de nesten kunt werken, schijnen ze hier niet over in te zitten.
Nu een geheel ander onderwerp. Ondanks het feit dat we hier niet echt veel vakantiedagen krijgen, moeten we toch dingen zoeken om ons bezig te houden in onze vrije tijd. Gepke en ik zijn daarom aan een project begonnen. Dat woord zijn ze hier overigens gek op, project. Alles wat je doet is een project. Ook al komt er niet echt veel bij kijken. Maar goed, om op ons project terug te komen, wij zijn begonnen om onze kelder enigszins leefbaar te maken door deze af te werken. Nou daar komt heel wat bij kijken. Expedities naar de doe-het-zelf winkel, materiaal analyses, processen bedenken en wat niet meer.
Het komt er voornamelijk op neer dat we met behulp van gipsplaat de muren (beton) verstoppen, deze mooi en glad afwerken, schilderen, een hangend plafond monteren, elektriciteit aanleggen, telefoon aansluiten enz. Het uiteindelijke resultaat is een netjes afgewerkte kelder die als extra woonruimte kan dienen in de zomer. Het is namelijk altijd fris in de kelder gedurende de warme dagen die hier alweer op komst zijn. En aangezien wij als zuinige Hollanders ons nog niet hebben laten verleiden tot de aanschaf van airconditioning, moeten we wel op een andere manier verkwikking zoeken.
De kelder is inmiddels voor 90% klaar en we zijn al begonnen om al onze boeken uit te pakken en in een boekenkast te zetten die we hier hebben gebouwd. Zo zijn we van de straat en constructief bezig. Het kost wel veel weekenden, maar daarvan hebben we er net zoveel als in Nederland, en we hoeven dan niet de vervelende ‘boodschappen op zaterdag’ te doen, want elke avond (ook zondagavond) is koopavond, soms wel 24 uur per dag.
Op de zaak waar ik werk heb ik (na zes maanden in dienst) training voor nieuwe medewerkers gekregen. Nou ben ik officieel niet in vaste dienst hier, maar men vond het toch wel goed dat ik meedoe. Ik ben ook de beroerdste niet en het betekent een week lang niet naar de lopende zaken om te hoeven kijken en dus vond ik het wel goed. Het begrip training hebben ze hier wel goed door. In deze week heb ik alles kunnen teren over telecommunicatie van marketing principes tot op technisch niveau. Voor het eerst sinds lange tijd kan ik weer met de heren ingenieurs meepraten en ze kunnen me niet meer alles wijs maken. Nooit geweten wat er allemaal bij komt kijken om Mw. A te B te laten telefoneren met Hr C te D. Maar ik zal hierover niet in detail gaan.
Aangezien ze zoveel moeite doen om me in de geheimen van de business voor te lichten neem ik aan dat ze me voorlopig nog even willen houden. Toch maar eens even vragen aan de manager. Men is inderdaad van mening dat het misschien wel verstandig is om dhr. VanHelden in vaste dienst te nemen, maar ja “headcount” he. De wil is er wel maar de weg is mistig. Men probeert het nu via een andere afdeling die misschien nog een gaatje in het budget heeft. We wachten het maar weer af. Ik verdien mijn centjes en hoop maar op het beste.
Ongemerkt is de tijd voortgeschreden terwijl is deze brief schrijf. Volgens mij heeft niemand gemerkt dat het inmiddels 24 mei is. Ik zat net even te lezen wat ik had geschreven zodat in niet in herhaling zou vallen en zag dat ik nog had beloofd te vertellen hoe alles op het Oranje feest is gegaan. Het viel allemaal erg mee. We gingen ‘s avonds naar het hotel waar het zou gebeuren en vonden na enige omzwervingen de ruimte waar het allemaal zou plaatsvinden. Je volgt gewoon de Nederlandse gesprekken naar een zaal met stoelen en tafeltjes. Allemaal een beetje oubollig en voornamelijk kak Hollanders. Maar hier en daar zaten wat afwijkingen, zoals het tafeltje waar wij aan zaten. Een (Indisch) Nederlandse mevrouw die met een Amerikaanse professor was getrouwd.
De professor had ook enige tijd in Nederland gewoond en de taal geleerd, vrij goed geleerd zelfs. Je maakt zelden mee dat een amerikaan een andere taal dan engels of Spaans spreekt, maar deze man kon in de Hollandse massa verdwijnen zonder op te vallen. Overigens was het een zwak feestje verder. Bitterballen die niet naar bitterballen smaakten, sate met pindasaus die op was voordat wij erbij waren en rauwe haring, niet bepaald mijn lievelingsgerecht. Al met al goed bedoeld, maar toch miste het iets.
We zullen ons wel beperken tot de wat frequentere Amerikaanse feestjes, waar alhoewel je vaak je eigen drank mee moet nemen, het gezelschap wat gevarieerder is. Ongemerkt moeten we steeds vaker naar dit soort verzamelingen toe, maar het is wel leuk om op zo’n manier je kennissenkring uit te breiden.
Een andere manier om dat te doen is door een hek te bouwen met je buren. Tot nu toe hadden we nog niet meer contact met de buren dan af en toe zwaaien in het voorbijrijden. Twee weken terug zijn we bij elkaar geweest om plannen voor grensafscheidingen te smeden. Dit gebeurde bij ons thuis door de mannen, lekker macho. Craig (achterbuurman) zal het materiaal wel regelen, Craig (zijbuurman) regelt bijzondere gereedschappen. Louis (ikke) mag straks helpen.
Verwarrend is het wel om twee buurmannen te hebben die allebei Craig heten. Het weekend daarop hebben we de palen in de grond gezet voor het hek. We werden daarbij ook geholpen door Walt, buurman van een huis verder, die hoewel hij officieel wegens financiële redenen nog niet meedeed, wel meehielp bij de bouw. Maar goed ook want hij is in het bezit van een compressor, en die is nodig voor de spijker machine die we volgende week huren.
En terwijl je zo de hele dag bezig bent komen ook de vrouwen zo nu en dan kijken en uiteindelijk ook helpen nadat Gepke het voorbeeld hiertoe heeft gegeven. Conservatief zijn ze wel hier hoor! Maar ondanks alle spierpijn en splinters die dit werk met zich meebrengt, leer je wel je buren goed kennen.
Craig (achterbuurman) is hiernaartoe verhuisd vanuit Hawaii, en werkt nu op het vliegveld als onderhoudsmonteur voor de treinen die van de pieren naar de terminal rijden. Craig (zijbuurman rechts) is een salesman, waarin is onduidelijk, maar ik vermoed dat die alles verkoopt wat een ander wil kopen. Walt (buurman van een huis verder) is een politie agent (verkeer) en de mogelijkheid bestaat dat ik hem een keer professioneel tegenkom want hij patrouilleert op de 1-70, een weg waarop ik regelmatig te hard rijd. Jeff (zijbuurman links) is ook politie agent.
Jeff heeft niet geholpen met het hek want hij was al veel eerder begonnen zonder iemand in te lichten. We hebben wel meebetaald aan het materiaal. Jeff en zijn vrouw zijn een beetje mysterieus. Het lijkt alsof ze nooit thuis zijn. Hierdoor wordt er door de rest van de buurt (ons incluis) veel gespeculeerd over wie ze nu eigenlijk zijn. Zo komen van die rare verhalen in de wereld, maar ja je moet toch wat te ouwehoeren hebben.
Vandaag komt Gepke d’r moeder aan op Stapleton Airport. Ik het net al even naar huis gebeld maar er wordt nog niet opgenomen, dus waarschijnlijk duurt het allemaal iets langer dan verwacht. We zijn wel blij dat er iemand vanuit Holland op bezoek is, kunnen we opscheppen over alles, niet echt hoor. Het is wel leuk om alles uit eerste hand te horen over het reilen en zeilen daar. Soms denk je dat omdat we daar weg zijn dat het leven daar tot stilstand is gekomen. Daar hadden mijn broers ook last van. Die denken dat Nederland sinds de 50’er jaren niet meer ontwikkeld is. Zo erg is het met ons nog niet en wel stellen elke vorm van nieuws uit Holland erg op prijs, maar vooral persoonlijke bezoeken.
Slaapplaatsen hebben we zo langzamerhand genoeg. We hebben sinds we hier zijn twee keer een bank gekocht om het huis te vullen, en dat waren beide keren een slaapbank (niet echt bewust zo gedaan). Dus er zijn zo’n vijf extra slaapplaatsen. We zullen ze in de komende dagen wel nodig hebben want er komt deze week ook nog familie van Gepke uit Canada logeren.
Terwijl ik dit zo schrijf is wederom de tijd verder geschreden en is Gepke d’r Mem alweer terug naar Nederland en de Canadezen weer naar het noorden. We zijn druk met ze in de weer geweest. Eerst met Gepke, Mem en ikzelf een rondje door Colorado. Van Denver naar Colorado Springs via de bergen naar Durango, de Mesa Verde, Four Corners naar het noorden en weer terug naar Denver. Ons voornaamste doel was de Mesa Verde waar je de restanten kunt vinden van de huizen van de Anastazi indianen.
Ze noemen dat “Cliff dwellings”, want het zijn klei hutten die half in de rotsen zijn gebouwd. Volgens de archeologen hier waren deze indianen op hun hoogtepunt zeer ver ontwikkeld, dat was ongeveer in het jaar 1200 na Chr. Maar om een reden die niemand duidelijk is zijn ze opeens verdwenen. Er zijn wel vermoedens dat het gevolg is van droogte en overbevolking maar precies weten doen ze het niet. Men heeft er in ieder geval een aardige toeristenattractie eraan overgehouden.
Afgezien van de Mesa Verde hebben we ook genoten van de rit ernaartoe en weer naar huis. Je komt door het mooiste deel van Colorado met bergen, kloven en veel fantastisch mooie uitzichten. Onderweg zijn we even gestopt in Four Corners, het enige punt in Amerika waar vier staten elkaar ontmoeten. Op dit punt kun je vergelijkbaar als in Nederland op het drie landen punt door vier staten van Amerika lopen in minder dan een minuut. De staten Arizona, New Mexico, Utah en Colorado komen hier bij elkaar. Het ligt in de indianen reservaat van de Navajo Indianen en zij exploiteren dit punt met veel winkeltjes (marktkramen) waar je indiaanse kunst kunt kopen. Lang zijn we er niet gebleven aangezien het midden in de woestijn ligt en bloodheet was.
Later toen we terug waren in Denver en de nichten uit Canada er waren zijn we ook nog op een uitstapje geweest naar het Rocky Mountain National Park. Dit park zit vol met het lokale wild zoals elanden, antilopen, buffelo’s, steenbokken, hele grote hamsters enz. We hebben er heel wat gezien en zijn ook nog even tot zeer grote hoogte geklommen om in de sneeuw te kunnen staan (in Juni!). De auto had het er maar moeilijk mee, die liep voortdurend warm van die klimpartijen met 5 personen aan boord.
Zo ongemerkt heb ik aardig de tijd genomen voor het schrijven van deze brief. De beschrijving begint zo rond 29 maart en inmiddels is het 24 juni; ik heb nooit beweerd dat ik een snelle jongen ben. Ook hier op mijn werk waar ik zo tussendoor in de lunchpauzes dit schrijf zijn ze niet zo vlot. Men heeft nog steeds geen aanbod gedaan voor een vaste baan dus ik ben maar weer elders gaan kijken.
De arbeidsmarkt is momenteel erg goed, vooral als je op contract basis wilt werken. Men kan het personeel niet snel genoeg vinden. Buiten dit bedrijf heb ik al een aanbod om het dubbele te verdienen, dus ik denk dat het tijd wordt om maar weer verderop te kijken. Inmiddels heb ik hier de nodig ervaring op telecommunicatie gebied opgedaan en dat kan ik elders wel weer gebruiken. Ik ben tevreden met de vrijheid en de afwisseling die komt met het werken op contract en ben daaraan gewend geraakt in Nederland toen ik ook eigen baas was.
Echter hier in de US mag ik alle extra centjes houden in plaats van aan de belasting afdragen dus geniet ik ervan zolang het nog kan. Zo, ik brei er maar weer een eind aan, voordat iemand hier op het werk ziet waarmee ik mijn tijd zit te verdoen. Ik zal aan Gepke vragen of ze ook nog iets wil toevoegen aan dit epistel. Blijf schrijven, we vinden het leuk.
Groetjes Loek
(Hieronder is de ruimte voor Gepke’s stukkie)
Denver, 18 juli 1994
Hallo allemaal,
Na Loek’s literaire kunstwerkje, wordt het voor mij wel een beetje moeilijk om iets leesbaars op schrift te krijgen, maar ik zal mijn best doen.
Het eerste jaar in de USA zit er al weer bijna op. Het lijkt nog maar zo kort geleden dat we op Schiphol stonden en afscheid namen van iedereen. Tot nu toe gaat alles uitstekend. We hebben ons als aardig aangepast: denken in inches en feet, gallons, mijlen, Fahrenheit; een Mars heet hier een Milky Way en een Milky Way heet een Musketeer; een GEO is een Suzuki; de telefoon nemen we op met Hello; we zeggen tegen iedereen ‘How are you’, ‘How is your day going’, etc.; als we als klant niet snel genoeg geholpen worden worden we boos, enz. enz.
Er zijn een paar dingen die we (nog) niet hebben overgenomen: ik weiger nog steeds panties te dragen in de zomer (op mijn werk wordt dit oogluikend toegestaan. Zo lang de rokken maar niet boven de knie komen, wordt er (gelukkig nog) niets van gezegd. Ik wordt wel benijd door een aantal collega’s die in de receptie werken. Zij hebben nl. te horen gekregen dat ze zowel panties als beha’s moeten dragen !). Loek en ik doen nog steeds niets aan sport, we eten geen vitaminepillen, en gaan niet wekelijks naar de kerk.
Gisteren hebben we een van onze ‘projecten’, beëindigd. Het terras is klaar. Men noemt dat hier een ‘deck’, waarschijnlijk omdat het van hout gemaakt is. 3 weken (weekenden + avonden) zagen en spijkeren om het op zijn plaats te krijgen. Het resultaat: een prachtig terras van ruim 30 M2. Toen we gisteren klaar waren, zijn we er meteen op uitgegaan om een parasol (onze Hollandse is wel erg klein) en een ‘bug zapper’ (elektrisch apparaatje dat s’avonds vliegen en muggen aantrekt en ze vervolgens meteen afmaakt) te kopen.
Het volgende ‘project’ wordt de rest van de achtertuin. Allereerst moeten we goten gaan graven voor het ‘sprinkler’ systeem (automatische besproeiing). Het is hier zo ontzettend droog, dat we bijna iedere dag de ‘sprinkler’ in de voortuin aanstaat (2x op een dag 15 minuten zeggen de experts – wel te merken aan de waterrekening!). Waarschijnlijk doen we eerst alleen maar gras en een paar bomen in de tuin en zien we volgend jaar wel verder.
De bomen hebben we dringend nodig om enige schaduw aan te brengen. Het is wel heel erg aantrekkelijk dat de zon 300 dagen per jaar schijnt. Maar in deze tijd van het jaar wens je wel eens dat er wat meer schaduw was. Het is hier de afgelopen twee maanden te heet voor de tijd van het jaar (gemiddeld boven de 30 graden met gelukkig een hele lage vochtigheid). In huis hebben we inmiddels al wel air conditioning laten installeren, wat het was bijna niet uit te houden. Een forse investering, maar het verhoogt de waarde van je huis zegt men.
Op mijn werk gaat het z’n gangetje. Ik werk nog steeds voor Princeton/Masters International, een zogenaamd Career Management en Outplacement bedrijf. Eigenlijk zijn er wel een paar redenen om een andere baan te zoeken. Loek werkt nog steeds op contractbasis (oftewel een goed inkomen maar geen secundaire arbeidsvoorwaarden zoals een medische verzekering). Ik heb mezelf voorgenomen hier nog maar even te blijven.
Het werk op zich is geen probleem, de collega’s zijn heel aardig. Ik heb ontzettend leuke contacten met onze klanten, en wordt door iedereen enorm gewaardeerd. De problemen die er zijn, hebben meer een financiële aard. Het is inmiddels al twee keer voorgekomen dat mijn ‘paycheck bounced’. Oftewel, onze eigenares/presidente had niet genoeg geld op de rekening staan om de salarissen uit te betalen.
Ze geeft dan allerlei mensen en de bank de schuld, maar het is wel knap vervelend als je bij de bank komt om je geld te innen, en er blijkt niets te zijn. In beide keren was het snel verholpen, maar toch, het geeft je wel een klap in het vertrouwen in het bedrijf. (salarissen worden bij veel Amerikaanse bedrijven niet automatisch overgemaakt op je bankrekening, maar je krijgt twee wekelijks of maandelijks je ‘paycheck’ die je vervolgens meteen kunt omzetten in echt geld of storten op je bankrekening).
Daarnaast is het iedere keer zeuren om postzegels, koffie, papier en andere kantoorbenodigdheden. Vandaag is het weer zover. Er moeten allerlei brieven voor klanten verzonden worden, maar er zijn geen postzegels. Het kopieerpapier is op, dus er kan niet gekopieerd worden. De koffie is op, dus drinken we caffeine vrije koffie. Mijn directe baas (ook een vrouw, maar een ontzettend aardige) zegt me iedere keer ‘be patient, things are going to change’. Enfin, nu maar hopen dat mijn salarisverhoging eindelijk eens doorkomt. Ik heb hier na 6 maanden recht op, het verzoek is ingediend, maar er is nog steeds geen bericht van hogerhand.
Het personeelsverloop is hier nogal hoog. Van het totaal van 25 medewerkers zijn er denk ik een stuk of 7 die langer dan ik hier werken. Het gros van de mensen (sales en adviseurs) werkt op 100% commissiebasis. Geen klanten, geen inkomen, dus gaan ze maar weer. Het administratieve personeel (5 mensen) wordt nogal eens benijd omdat we een vast salaris per maand hebben. Maar ook hier is het verloop erg hoog.
Het voetballen is gelukkig voorbij. Tegen alle verwachtingen in, heeft het hier toch ontzettend veel publiciteit gekregen. Jammer dat er geen wedstrijden in Denver waren (we stonden op de reserve lijst). Het is me aardig gelukt om de wedstrijden waarin Nederland speelde te zien. ‘Commercial free’ – dat wel, maar de verslaggever moest wel om de 10 minuten meedelen dat deze uitzending ‘commercial free’ werd aangeboden door Snickers, Gilette (the best a man can get), Master Card en nog een 10-tal anderen. Dit ging wel vaak ten koste van de verslaggeving. De eerste wedstrijd werd alleen op de Spaanse zender uitgezonden (niet duidelijk waarom) . Ik kon er weinig van verstaan, behalve ‘gooooooooooooooooooooooool’. Jammer dat we het niet gehaald hebben, maar we kunnen in ieder geval zeggen dat we verloren hebben van de winnaar!.
Op dit moment probeer ik de Tour de France te volgen (15 minuten samenvatting met reclame). Ik heb niet de indruk dat er veel Nederlanders meedoen. Ik geloof dat ik in de afgelopen 2% week een keer een Hollander heb horen noemen.
Blad 4 is bijna vol (aardig van Loek dat ik maar anderhalf kantje hoef te tikken). Wat ik op dit moment het meeste mis is Hollandse mayonaise. Begin Juni organiseerde een ziekenhuis hier in Denver 3 zogenaamde ‘Dutch Days’. Dit schijnt een jaarlijks terugkerend fenomeen te zijn. Je kon er van alles krijgen zoals snert (voor Loek), poffertjes (voor mij), patat met Remia frietsaus (voor ons allebei om je vingers bij op te eten). Er waren een aantal kraampjes met Hollandse waren (Delfts blauw, klompen, beschuit, koekjes) en er was een tent waar Hollandse dansen werden gedemonstreerd. Al met al niet al te spectaculair, maar de frieten waren een bezoekje waard.
Groetjes Gepke